Boedelinventarissen
Er zijn in het Texelse notariële archief veel boedelinventarissen opgenomen. Soms beslaan ze meer dan honderd pagina's en dan gaat het natuurlijk om welvarende mensen. Maar ook van hen die een karige boedel hadden, zijn soms hun bezittingen vastgelegd. Het ziet er vaak uit als een complete lijst van alles wat er in huis was, maar echt compleet is het niet. Bederfelijke waar werd begrijpelijk genoeg niet genoemd. Kleding was soms ook geen onderdeel van de inventaris, omdat het al geprelegateerd was.
Allerlei details waar ik in geïnteresseerd ben zoals de aard van het boekenbezit of de afbeeldingen op schilderijen, ontbreken ook vaak. Ik moet het dan doen met “enige boeken in soorten” of “5 grote schilderijen en 12 wat kleinder”. Wel worden kopjes, schoteltjes en (sier)borden uitvoerig beschreven zelfs als er iets aan mankeert. Ook huishoudelijke voorwerpen en linnengoed wordt over het algemeen genoemd. Natuurlijk zijn het eventueel aanwezige goud en zilver, contant geld en waardepapieren onderdeel van alle inventarissen.
Toen in 1764 de predikant Wilhelmus van Buuren overleed in Oosterend, deed zijn dienstmaagd Lijsbet Jans opgave van de onroerende en roerende goederen die hij naliet. Zijn erfgenamen verschenen niet, dus verzochten de regenten van het dorp haar om deze lijst op te stellen samen met de notaris. Overigens waren zowel de oud-regenten als de regenten van Oosterend daarbij aanwezig.
Hij woonde in Oosterend ongetwijfeld in de pastorie. Tot zijn eigen onroerend goed behoorden wel een tuin met een speelhuis en een erf in Oosterend. Interessante bezittingen van hem waren o.a. twee houten leeuwtjes, snoeischaar, scheerbekken en een doos met pruiken. De kist met boeken en de lessenaar met papieren werden verzegeld, zodat niet is overgeleverd wat hij op dat gebied naliet.
Bron: Texels notarieel met name inventarisnummer 4875, akte 112 14-5-1764.
Allerlei details waar ik in geïnteresseerd ben zoals de aard van het boekenbezit of de afbeeldingen op schilderijen, ontbreken ook vaak. Ik moet het dan doen met “enige boeken in soorten” of “5 grote schilderijen en 12 wat kleinder”. Wel worden kopjes, schoteltjes en (sier)borden uitvoerig beschreven zelfs als er iets aan mankeert. Ook huishoudelijke voorwerpen en linnengoed wordt over het algemeen genoemd. Natuurlijk zijn het eventueel aanwezige goud en zilver, contant geld en waardepapieren onderdeel van alle inventarissen.
Toen in 1764 de predikant Wilhelmus van Buuren overleed in Oosterend, deed zijn dienstmaagd Lijsbet Jans opgave van de onroerende en roerende goederen die hij naliet. Zijn erfgenamen verschenen niet, dus verzochten de regenten van het dorp haar om deze lijst op te stellen samen met de notaris. Overigens waren zowel de oud-regenten als de regenten van Oosterend daarbij aanwezig.
Hij woonde in Oosterend ongetwijfeld in de pastorie. Tot zijn eigen onroerend goed behoorden wel een tuin met een speelhuis en een erf in Oosterend. Interessante bezittingen van hem waren o.a. twee houten leeuwtjes, snoeischaar, scheerbekken en een doos met pruiken. De kist met boeken en de lessenaar met papieren werden verzegeld, zodat niet is overgeleverd wat hij op dat gebied naliet.
Bron: Texels notarieel met name inventarisnummer 4875, akte 112 14-5-1764.
Reacties