De carrière van Michiel de Clercq

Op 18 januari 1674 gingen Michiel de Clercq en Lucia Swol in ondertrouw in Amsterdam. Zij was op dat moment 26 jaar en woonde op de Dam in Amsterdam. Haar vader Cornelis Jansz Swol was ook aanwezig. Michiel was wat ouder, namelijk 32 jaar. Hij kwam uit 's-Gravenhage en werkte als klerk bij de admiraliteit in Amsterdam. Zijn vader gaf toestemming voor het huwelijk, maar was niet in persoon aanwezig waarschijnlijk omdat hij niet in Amsterdam woonde. Het huwelijk duurde kort: Lucia overleed al in juni van hetzelfde jaar.

Michiel hertrouwde op 19 september 1677 te Ridderkerk met Adriana Henlo. Zij was afkomstig uit de Cluijndert en woonde in Dordrecht. Inmiddels was Michiel secretaris van het Edelmogende College ter Admiraliteit in Amsterdam. Het echtpaar liet minstens vijf kinderen dopen in Amsterdam, waarvan Johan de oudste was.

Daarna verhuisden ze naar Texel en werd Michiel commissaris van de monstering. Uit 1687 zijn er twee Amsterdamse notariële aktes bewaard gebleven, waarin hij wordt genoemd met deze functie. Hij bezat onroerend goed in Den Burg en vanaf 1704 woonde en bezat hij "De Zeven Provinciën" in Oudeschild.

Hij overleed in 1717 en werd meteen opgevolgd door zijn oudste zoon Johan, die ook wel Jan werd genoemd. Jan functioneerde dus ook als commissaris van de monstering. Het was zijn werk om de bemanning te monsteren vlak voordat een schip uitvoer van Texel. Ook bij arriverende schepen verscheen hij het eerst op het schip en inspecteerde de monsterrol. Bij die gelegenheid dankte hij meteen een flink deel van de bemanning af. Jan deed zeker het werk, maar hij was eigenlijk de plaatsvervanger van Carel Paulus van Boetzelaar. Carel Paulus van Boetzelaar bekleedde formeel de functie van commissaris van de monstering op Texel. Namens Carel Paulus werden de revenuen uit het ambt geïnd en Jan kreeg een onbekende vergoeding voor zijn werkzaamheden. Een sailliant detail daarbij is dat Carel Paulus van Boetzelaar in 1717 slechts twee jaar oud was!

Zeker weten doe ik het niet, maar ik denk dat er ook in de tijd van Michiel de Clercq een soortgelijke constructie was. Hoewel Michiel de Clercq naar Texelse begrippen een zekere welstand had, drong hij niet door tot de hogere regionen van de Admiraliteit van Amsterdam. Toch maakte hij een paar mooie carriërestappen: van klerk werd hij secretaris en daarna (plaatsvervangend) commissaris van de monstering. Niet gek!

Bronnen: DTB Amsterdam, Notarieel Amsterdam, "Den Burg 1622-1830: Huizen, huiseigenaars en bewoners" T. Klaassen en M. Klaassen, "De admiraliteit van Amsterdam in rustige jaren 1713-1751" J.R. Bruijn, eigen archief m.b.t. de huizen van Oudeschild.
Illustratie 's Lands Zeemagazijn (nu Scheepvaartmuseum Amsterdam)

Reacties