Bijeengeschraapte klachten
In inventarisnummer 387 kwam ik deze bij een geschraapte klagten tegen de smousinnen aan 't Oudeschil uit 1732 tegen. Het betreft een paar briefjes waarin ingezetenen zich beklaagden over enkele joodse vrouwen, die klaarblijkelijk textiel verkochten. Een door hen verkochte neusdoek die vierkant behoorde te zijn, was dat bij lange na niet. De koopvrouwen gebruikten ook onwelvoeglijke taal, aldus de getuigenverklaringen. Zo maakten ze de één uit voor schelm en twee anderen voor dronken beesten.
Antisemitische motieven speelden hierbij zeker ook een rol. Ietwat warrig verklaarde Hendrik de Vries dat soodanige Smouse geen negootje op Tessel moghte doen alsoo der andere coopluij om van Texel of moeten gaan dat Christene mensen zijn sooals Reijnier de naalde verkooper van dese morgen ook nogh heeft geklaag". Helaas zijn de namen van de joodse koopvrouwen niet overgeleverd. Abraham de Bruijn pleitte ervoor sulkx volk het Eijlandt te verbieden en dat zal wel gebeurd zijn. Daar heb ik overigens geen spoor van in de schepenrollen kunnen vinden, waarschijnlijk is het dus niet tot een rechtszaak gekomen.
Reacties